Rasbeschrijving van de Engelse Bulldog – 3

Fig 06 toont de expressie van het gezicht deze goede uitdrukking noemt men de Sourness.

De vorm van de schedel komt het best tot zijn recht met het goede type oor. De ogen moeten donker van kleur zijn, zij mogen geen wit tonen wanneer de hond recht voor zich uitkijkt. Rond de ogen moet zwart pigment zichtbaar zijn. De neus moet groot, breed en zwart wezen met ruime neusgaten. De bovenlippen moeten aan de zijkanten ( niet van voren) geheel over de onderkaak reiken zodat bij gesloten mond de tanden niet zichtbaar zijn.

Fig 05 toont het goede front.
Fig 06 geeft het goede front in verhouding met nek en hoofd weer.

De schouders moeten de indruk, geven alsof zijn aan het lichaam zijn aangezet. De voorbenen moeten stevig en sterk zijn, veruit elkaar geplaatst, dik, gespierd en recht onder het lichaam staan. De voor voeten moeten recht zijn en zweer weinig naar buiten gedraaid.

Fig 02 en o4 geven de goede ribben en borst weer.

De Borstkast moet ruim, aan beide zijden rond, in het oog vallend en diep zijn. De rug moet kort, sterk en breed bij de schouders en betrekkelijk smal bij de lendenen zijn. Een lichte daling in de rug direct na de schouders ( laagste punt ), waarna de ruggengraat stijgen moet naar de lendenen ( top moet hoger zijn dan de top van de schouders, waarna zij weer plotseling naar de staart afbuigt, een boog vormend, ( genaamd  “ROACH BACK” )een bijzonder kenmerk van het ras. De ribben moeten ver naar achteren doorlopen, de onderbelijning is met een opgetrokken buik, welke niet mag hangen.De ribben moeten tot ver naar achteren doorlopen, en de buik moet opgetrokken zijn, niet hangen.

De Engelse Bulldog heeft een peervorm, die alleen te beoordelen is van bovenaf gezien. De belangrijkste ingrediënt voor de peervorm is de opperarm ( tacked – on schouders ). Als de Engelse Bulldog dat niet heeft, dan kunnen zijn ribben nog zo rond zijn, zijn lendenen en wat daar achter komt nog zo smal, dan heeft hij niet de peervorm die het ras uniek maakt.