Waarom moeten we vaccineren – deel 2

Hondenziekte ( ziekte van Carre, distemper )

Hondenziekte is een zeer besmettelijke, nog altijd gevreesde ziekte, Uitbraken van de ziekte zijn tegenwoordig zeldzaam dankzij grootschalige vaccinatie, maar nog steeds vallen individuele honden en/of kennels soms ten prooi aan deze ernstige en vaak fatale ziekte.

Hondenziekte wordt veroorzaakt door het hondenziekte virus. Het treft voornamelijk honden, maar in Europa kunnen ook andere diersoorten ernstig geïnfecteerd raken, voornamelijk vossen en fretten.
Het virus is nauw verwant aan het mazelenvirus. Het wordt gemakkelijk verspreid door direct contact met geïnfecteerde honden. Het virus is aanwezig in afscheiding uit de neus en ogen, waaruit zich gemakkelijk deeltjes in de lucht vormen.
Geïnfecteerde honden die de besmetting overleven kunnen het virus gedurende meerdere maanden blijven uitscheiden. Hoewel het virus buiten de gastheer relatief onstabiel is, kan het op kleding verplaatst worden en zo andere onbeschermde honden besmetten. Besmetting vindt in een groep honden, zoals in kennels en bij hondenshows, zeer snel plaats. Daarom is vaccinatie in dergelijke omstandigheden verplicht.
Net als bij virale hepatitis bij de hond is de introductie van een besmette pup, wellicht afkomstige van een hondenhandelaar, de meest voorkomende oorzaak van een uitbraak van hondenziekte. Ook in asiels kunnen zich uitbraken voordoen.
De infectie tast in eerste instantie het ademhalingsapparaat aan, maar na verloop van tijd kunnen ook vele andere organen, waaronder de hersenen, worden aangetast..

Leverziekte ( hepatitis, adeno-virus type 1)

Virale hepatitis bij honden is niet gerelateerd aan hepatitis bij de mens.
De ziekte komt tegenwoordig veel minder vaak voor dankzij effectieve vaccins. Deze zeer besmettelijke en soms dodelijke ziekte wordt echter nog steeds aangetroffen, vooral bij ongevaccineerde puppies.
Virale hepatitis bij de hond (vroeger ook wel ‘ziekte van Rubarth’ genoemd) wordt veroorzaak door een virus: het canine adenovirus type 1. In Europa komt het vooral voor bij honden en vossen.
De belangrijkste infectieweg is opname van urine, uitwerpselen of speeksel van geïnfecteerde honden. Herstelde honden kunnen het virus nog tot 6 maanden in hun urine uitscheiden.Het virus is resistent tegen veel desinfecterende middelen en kan in de omgeving weken tot maanden overleven. Zeer jonge puppy’s zullen er binnen een aantal uren aan overlijden, en in kennels verspreidt het virus zich heel snel. Net als bij hondenziekte is de introductie van een besmette puppy, wellicht afkomstig van een hondenhandelaar een vaak voorkomende oorzaak van een uitbraak. De ziekte komt daarnaast incidenteel voor in asiels.
De infectie richt zich eerst op lymfeklieren aan en in de kop, waarna verdere verspreiding plaatsvindt, in het bijzonder naar de lever. De afloop is vaak dodelijk, zelfs met behandeling..

Parvo ( parvovirose )

Parvovirose is een zeer besmettelijke virusziekte die dodelijk kan zijn, vooral voor niet of onvoldoende gevaccineerde pups. Het virus wordt uitgescheiden in de ontlasting en kan zeer lang in de omgeving overleven. Enkele dagen nadat een hond een infectie heeft opgelopen, kan hij al ernstige symptomen vertonen.

Het begint met sloom en lusteloos worden, en daarna volgen snel bloederig braken en bloederige diarree. De honden tonen ernstig ziek, verzwakken snel en hebben hoge koorts. Door de combinatie van braken, diarree en verlies van eetlust kan snel uitdroging (dehydratie) optreden. Bij bloedonderzoek worden afwijkingen gevonden zoals bloedarmoede (lage concentratie rode bloedcellen) en een verminderde hoeveelheid witte bloedcellen.

Vooral niet of onvoldoende gevaccineerde pups lopen risico. De ziekte kan zich snel ontwikkelen en veroorzaakt dehydratie, bloedarmoede en shock. In veel gevallen is het verloop fataal, maar honden die na 5 dagen nog in leven zijn hebben een redelijke kans op herstel.

Ziekte van Weil (leptospirose)

Leptospirose is een ernstige bacteriële ziekte bij honden, die soms een dodelijke afloop heeft. De infectie kan overgedragen worden op de mens.
De ziekte wordt veroorzaakt door een wereldwijd voorkomende bacterie:de Leptospira bacterie. De bacterie komt via de urine van een besmet dier in stilstaand water terecht , en vervolgens kunnen andere dieren besmet raken wanneer zij in dit water zwemmen. Rechtstreekse infectie door contact met urine is echter ook mogelijk. Er zijn veel verschillende serotypen bekend van de Leptospira bacterie. De serotypen die honden in Nederland het vaakst treffen zijn canicola en icterohaemorrhagiae. Dankzij jarenlange en brede vaccinatie tegen deze serotypen is de ziekte die zij veroorzaken gelukkig vrij zeldzaam geworden, maar vaccinatie blijft van essentieel belang. In toenemende mate spelen inmiddels in andere delen van Europa ook andere Leptospira-serotypen een rol, zoals bratislava en grippotyphosa.

Bij honden kunnen de verschijnselen variëren van geen of zeer lichte symptomen tot een zich snel ontwikkelende, dodelijke ziekte. De ‘klassieke’, ernstige vorm staat hieronder beschreven, maar mildere en langzamer verlopende gevallen komen ook voor.

Klassieke vorm

Bij leptospirose hoort een hele reeks symptomen, die zeker in het begin kunnen lijken op die van andere
infectieuze ziektes. Leptospirose ontwikkelt zich meestal echter wat sneller dan hondenziekte en virale hepatitis bij de hond.

De verschijnselen omvatten:

  • Hoger koorts ( die later kan zakken)
  • Maagdarmontsteking met braken en diaree, die bloederig kan zijn.
  • Geelzucht ( oranje gele verkleuring van de slijmvliezen), wat typisch is voor leptospirose.
  • Donkere urine.
  • Ernstige uitdroging.
  • Stuwing van de slijmvliezen.
  • Lusteloosheid.
  • Acuut nierfalen.
  • Mogelijke sterfte.

Sommige honden zullen herstellen, maar zijn in het begin nog vatbaar voor een terugval. Ondanks ogenschijnlijk herstel kunnen ze de ziektekiemen nog maandenlang uitscheiden in de urine. Overigens treedt in veel gevallen wel blijvende nierschade op die later weer tot symptomen kan leiden.

Kennelhoest
(Bordetella, para-influenza, adeno-virus type II)

Kennelhoest (infectieuze tracheobronchitis) is een zeer besmettelijke aandoening van de luchtwegen.
De ziekte is een soort verkoudheid die door verschillende ziekteverwekkers kan worden veroorzaakt, namelijk door het para-influenza virus, het adeno-virus type II en de Bordetella bacterie. Deze ziekte wordt overgedragen door nauw contact met een geïnfecteerde hond en komt relatief vaak voor in kennels of plekken waar veel honden met elkaar in contact komen. Door blaffen wordt de keel van de honden gevoelig, waardoor deze vatbaar wordt voor infecties. De ziekte kan veroorzaakt worden door virussen en/of bacteriën, maar omgevingsfactoren en stress spelen ook een rol. De verschijnselen bestaan uit een kenmerkende hoest met een wisselende intensiteit en duur, afhankelijk van het individuele dier en de betrokken infectieuze organismen.
De hoest is diep en droog en kan leiden tot kokhalzen, niezen, snuiven en braken. Vaak begint het dier te hoesten na opwinding of lichamelijke inspanning.
De hoest kan opgewekt worden door de luchtpijp (trachea) aan te raken.Vaak is er uitvloeing uit de neus, en soms doen de ogen mee. De lichaamstemperatuur is vaak wat verhoogd, en soms heeft het dier flinke koorts.
In zeldzame gevallen kan de ziekte zich ontwikkelen tot een longontsteking. Tijdens een uitbraak zijn normaal gesproken veel honden geïnfecteerd, tot 80% in kennels, maar de meeste honden herstellen volledig.
De symptomen beginnen snel, binnen 3 tot 5 dagen na infectie en kunnen meerdere weken aanhouden.
Omdat een Engelse Bulldog erg gevoelig is op zijn luchtwegen is het verstandig om uw bulldog te laten vaccineren tegen kennelhoest. Zeker als u met uw bulldog op plekken komt waar ook veel andere honden aanwezig zijn. Dan moet u denken aan een cursus op de kynologenvereniging, honden-uitlaatservice, hondenshows of hondenpension.

Hondendolheid ( rabiës )

Hondsdolheid is een dodelijke ziekte die besmettelijk is voor de mens en voor andere dieren. De ziekte wordt vaak overgedragen via speeksel, bijvoorbeeld bij beten van honden, katten, vossen of vleermuizen.
Het tast de hersenen aan en veroorzaakt angst en agressie. Honden overleven hondsdolheid niet; bij de mens kan de ziekte bij tijdig ingrijpen, voor er ziekteverschijnselen zijn, worden gestopt.
In Nederland komt hondsdolheid bijna niet meer voor behalve bij vleermuizen, maar in veel andere landen komt de ziekte vaker voor. Daarom is het verplicht om een hond te laten inenten als u er mee op reis wilt. Rabiës is een aangifteplichtige ziekte.

Wanneer u het bovenstaande heeft gelezen zult u begrijpen de vaccineren van uw bulldog van belang is. Niet alleen voor uw eigen bulldog maar ook voor andere honden om u heen.

Zoals u in bovenstaande stukje heeft kunnen lezen moeten pups goed vaccineren zijn tegen hondenziektes. Pups zijn erg kwetsbaar en kunnen nog niet veel hebben. Bent u op zoek naar een pup dan is het raadzaam om een pup aan te schaffen bij een fokker die fokt in het belang van het ras en erg toegewijd is aan zijn pups. Zo bent u er zeker van dat uw pupje de inenting of inentingen heeft gekregen die hij behoort te hebben wanneer de pup met u mee naar huis gaat. Meestal gaat de pup met 8 weken naar de nieuwe eigenaar en zult u de pup nog twee maal moeten laten inenten zodat hij het volledige vaccinatie schema heeft ondergaan. Laat hem in de tussentijd niet met ontlasting en urine van andere honden in aanmerking komen. Zoals u heeft kunnen lezen word er een hoop ziektes verspreid door ontlasting. Wanneer uw pup het volledige inentingsschema heeft ondergaan kunt u met hem naar de puppycurcus en kan hij met volle teugen deel gaan nemen aan alles wat voor hem van belang is om een goede gesocialiseerde bulldog te worden.